Sociale onzekerheid is zo gek nog niet
‘Security is the fiercest enemy of man’ zegt één van de heksen in Shakespeare’s Macbeth en (em.) hoogleraar geneeskunde Kammeijer en oud CDA-kamerlid Kok zeggen het haar na in het opiniekatern van de Volkskrant van 13 januari (Zalig niets doen bestaat niet).
Doorschuiven van risico’s in het leven naar een alles regulerende overheid tast het eigen verantwoordelijkheidsgevoel voor keuzes aan. De overheid moet zowel waarschuwen voor foute keuzes als de gevolgen van (toch nog) foute keuzes repareren. Net als bij kinderen het geval is, blijken gezondheidsadviezen door lager opgeleide volwassenen terzijde geschoven te worden als de verleiding van zoet, vet en entertainment binnen handbereik ligt en er geen sancties op volgen. Die sancties komen in toenemende mate van het eigen lijf: de gezondheid en levensverwachting van ‘overtreders’ is aanzienlijk minder gunstig dan die van bewust kiezende en levende volwassenen. Wat vaak ‘erfelijke aanleg’ wordt genoemd, berust volgens diverse medische publicaties op al in de baarmoeder aangeleerd gedrag dat zich behaaglijk aan de genen hecht. Typisch is, dat in de grote economische crisis van de jaren ’30 van de vorige eeuw moderne kwalen als obesitas en diabetes weinig voorkwamen in de armste klassen, waar zij juist nu de hoofdmoot van de klachten vormen.
Dus toch: eigen schuld, dikke bult? Met die dooddoener wordt elke vorm van kritiek op de levensstijl van die lagere inkomensklasse afgewimpeld en wordt solidariteit gevraagd van welgestelden bij de uit de hand lopende zorgkosten. Vakbonden roepen vanouds over ‘zwaar werk’ en ‘uitbuiting’ als oorzaak van vroegtijdige slijtage van arbeiders maar hebben weinig oog voor de inmiddels sterk verbeterde werkomstandigheden in de industrie en de vele kansen die onze samenleving biedt om via om- her- en bijscholing naar minder geestdodend of zwaar werk over te stappen en zo via studie of andere vorm van uitdaging lijf en geest als het ware op te laden en te behoeden voor lichamelijke klachten en een dementerend brein. ‘Zalig niets doen’ met pensioen of uitkering, chips, bier en afstandsbediening bij de hand, leidt tot vervroegde veroudering van alle functies, geestelijke net zo goed als lichamelijke, stellen de schrijvers van het artikel. Hoe zou het anders, beter kunnen?
De spreekwoordelijke stratenmaker zou al na op zijn hoogst tien jaar praktijkervaring een eigen bedrijf kunnen beginnen waar hij adviezen geeft aan overheid en particulieren en daarnaast nieuwe gegadigden voor dit mooie vak opleidt. Handige jongens hebben het goed lonende beroep van ambulant klusjesman aan huis al ontdekt en ook op elk ander dienstverlenend gebied groeit het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzpers). Nog probeert de vakbond dit verschijnsel in zijn oude werkgever-werknemer model te integreren, maar als iedereen tegelijk werkgever en werknemer is, werkt het niet meer. Systemen als beloning naar leeftijd en niet naar prestatie, bescherming tegen ontslag en ziekte, arbeids- en sluitingstijden en verplichte vrije dagen, zullen niet in de oude vorm houdbaar blijken in een zichzelf constant veranderend en verbeterend arbeidsbestel. (Neo)liberaal en vrije markt, eveneens afschrikwekkend bedoelde termen, bepalen ongemerkt allang de economie en verwachtingen dat ‘de overheid’ ons bedrijfsleven wel zal redden staan in schril contrast met de oproep aan burgers om bewust Nederlandse producten te kopen in de genoemde vooroorlogse crisisjaren. Het is juist de ‘eigen volk eerst’ aanhang die de via uitbuiting goedkoop gemaakte producten koopt bij daarin gespecialiseerde superstores die ook nog eens weinig bijdragen aan verfraaiing van het stadsbeeld en geleidelijk de betere zaken zullen overvleugelen. U vraagt, wij draaien, what you see is what you get. We doen het uiteindelijk allemaal zelf, op elk gebied.