Omdat ik Siebrand Buma hoorde voorstellen om verheerlijking van geweld strafbaar te stellen, zocht ik op internet naar ‘geweld’ in het Oude Testament want ik herinner me dat het daar bol staat van geweld, tot God’s genoegen. Ik vond in één van de daar genoemde artikelen onderstaande opsomming van relevante teksten, zodat men ze zelf kan nalezen. Toen ik het artikel later terug wilde zoeken om het citaat in de context van het hele artikel te plaatsen, vond ik het niet terug. Ik weet dus ook niet van wiens hand het is.
Zowel christendom als islam gaan uit van dit basisverhaal, dus hoe wil het CDA verheerlijking van het God welgevallige geweld naam strafbaar stellen?
Geweld in alle toonaarden
Het zou een doodlopende weg zijn om tegenover allerlei kritiek de frequentie en de intensiteit van het geweld in het Oude Testament te vergoelijken…. Want zoals gezegd, het Oude Testament getuigt op alle niveaus van agressie en geweld. Geen enkel levensterrein is daarvan uitgesloten. Laten we hier in dwarsdoorsnee een indruk van geven, met enkele sprekende voorbeelden:
§ Geweld in huwelijk en gezin. Met de theologische antropologie van Gen. 2-4 wordt direct aan het begin van het Oude Testament het geweldmechanisme aangewezen tot in de binnenste cirkel van het menselijk bestaan: de man zal over de vrouw ‘heersen’ (3:16) en de ene broer slaat verblind door jaloezie de andere dood (Gen. 4). Al met al de opmaat van wat in de wereldgeschiedenis komen zou.
§ Geweld tussen individuen. Misbruik en geweld op seksueel terrein, gevolgd door moord, voeren de boventoon in Gibea (Richteren 19) en onder Davids kinderen (2 Sam. 13). L’histoire se répète: David zelf paarde overspel aan doodslag (2 Sam. 11).
§ Geweld in de maatschappij. Waar bij de overheid recht en gerechtigheid uiteen gaan (Ps. 94:15) worden weduwe, vreemdeling en wees het slachtoffer (Ps. 94:6). Dat heeft ook Naboth geweten (1 Kon. 21).
§ Geweld tussen volkeren. Voor Israël wordt een weg gebaand van het land van de slavernij naar het land van melk en honing. Ondertussen komt op deze weg Egypte’s leger om, wordt Amalek verpletterend verslagen, delven de Amorieten onder Sichon en Og het onderspit, en wordt de ban aan Jericho voltrokken. Israël krijgt de opdracht de Kanaänitische volken uit te roeien (Deut. 7).
§ Geweld tegen dieren. Een stroom van bloed vloeit bij Israëls altaren – alleen al ter gelegenheid van zijn aantreden offert Salomo duizend brandoffers (1 Kon. 3:4).
§ Natuurgeweld. In de vloed wordt de wereldbevolking uitgeroeid, op een handjevol na (Gen. 6-9). De aarde is overigens nog maar nauwelijks droog of in de boezem van de nieuwe mensheid raken de verhoudingen verstoord en klinkt alweer de vloek van het knechtschap (Gen. 9:24-27).
§ Religieus geweld. Pinehas’ ijver voor YHWH vormt de apotheose van een slachtpartij onder afvallige Israëlieten: op één dag vallen 24.000 man (Num. 25:9). Bij verleiding tot afgoderij door iemand uit de naaste familiekring (echtgenoot, broer, zoon) moet het naaste familielid dit aanbrengen en moet hij bij de executie als eerste de stenen werpen (Deut. 13:9). De falende Baälpriesters op de Karmel worden tot de laatste man toe gedood (1 Kon. 18), evenals Agag die door Samuël in stukken wordt gehouwen (1 Sam. 15:33).
§ Goddelijk geweld. God vraagt Mozes Hem te laten begaan om in zijn toorn zijn eigen volk Israël te vernietigen (Ex. 32:10). Hij richt een slachting aan onder de mannen van Bet-Semes die de ark hadden bekeken (1 Sam. 6:19). YHWH komt van Edom gekleed in een bloedrood gewaad – rood van het bloed der volkeren die Hij vertrapt heeft (Jes. 63:1-6). Een centraal bijbels motief is dat van God als Krijgsheer [6].