Zorg

Standaard

Zorg over zorg

Wat heb je nodig om je verzekerd te weten van zorg als dat nodig is? Naast een voorzieningenstructuur (artsen, ziekenhuizen, middelen) en een verzekering, alleen nog een overheid die kwaliteit controleert en zo nodig verbetert. Daar is een ministerie voor; gekozen volksvertegenwoordigers controleren op hun beurt de minister. Maar waarom is een Zorgautoriteit nodig? Autoriteit betekent gezag; wat is er mis met het gezag van de minister? Een Adviesraad van onafhankelijke deskundigen zou je je nog kunnen voorstellen: die zijn er immers ook op andere beleidsterreinen, maar een Zorgautoriteit? Maakt dat de zorg niet extra duur?…

Daar is over nagedacht: laat ook in het buitenland wonende Nederlanders mee betalen! Via artikel 21 van het EU-Werkingsverdrag (wie kent het niet) krijgen burgers die zich in een ander EU-land vestigen toegang tot dezelfde zorg als de bewoners van dat ‘woon’-land, met dien verstande dat je wel de premie betaalt die in je eigen land geldt. Ter compensatie wordt daarbij een woonlandfactor gehanteerd omdat de kwaliteit van de zorg in de diverse landen verschilt. Daarnaast wordt ook een inkomensafhankelijke AWBZ-bijdrage berekend – reden waarom inkomen c.q pensioen alleen op Nederlandse bankrekeningen mag worden overgemaakt en de belastingdienst elk jaar een aanslag stuurt. In het buitenland wonende expats betalen zo voor zorg waar geen invulling aan gegeven kan worden: niemand zal in het buitenland aan huis worden verzorgd. Dit was de reden dat bij de invoering van dit nieuwe stelsel zoveel ‘expats’ protesteerden: de kranten stonden er vol van; ik dacht toen nog dat het wel mee zou vallen en verhuisde naar Frankrijk.

Ik vulde een formulier 121 in, bestemd voor de Nederlandse instelling die hiervoor in het leven was geroepen: CVZ, het College voor Zorgverzekeringen, nu Zorginstituut Nederland. Daarmee werd ik toegelaten tot de gratis Franse basisverzekering voor zorg. Het principe is simpel: voor elke ‘gratis’ handeling of medicatie betaalt de verzekerde contant een gedeelte bij, een prima systeem dat mensen medeverantwoordelijk maakt voor de gezondheid. De meeste Fransen verzekeren zich bij via een ‘echte’ verzekering, vergelijkbaar met de in Nederland verplichte. Ik probeerde te ontdekken wat de gratis basisverzekering-met-bijbetaling inhield als er echt iets ernstigs aan de hand is. Juist omdat het een basisregeling is, bestaat er echter geen polis: ik kreeg via bekenden een A-4tje waarop alleen vergoedingspercentages vermeld staan, maar dat zegt niets over bedragen. Je schijnt b.v. in ziekenhuizen apart te moeten betalen voor opname, liggen, voedsel, verzorging, en ook nog onder tafel aan specialisten.

Dus ging ik langs bij het hoofdkantoor van het Zorginstituut Nederland in Diemen en vroeg daar waarvoor ik verzekerd ben. Daar reageerde men verontwaardigd: dat moet u in het woonland vragen. Nederlanders wonen over de hele wereld en het Zorginstituut kan niet voor elk land zeggen hoe dat daar gaat. Men gaf mij een telefoonnummer van de Sécurité Sociale maar ik voorvoelde dat dit zou neerkomen op het al bekende A-4tje. Ook huisarts en apotheek gaan er van uit dat iedereen een aanvullende verzekering heeft; dit zou echter op mijn leeftijd € 5000 kosten, even veel als ik per jaar aan het Zorginstituut overmaak (over inkomen van € 39.000). Kan je dan niet de Nederlandse zorg vergeten en direct een Franse verzekering sluiten? Nee, dat gaat uitsluitend via dat formulier 121, het Zorginstituut en de belastingaanslag.

Intussen betaal ik ook in Frankrijk gewoon belasting, waarvan de overheid behalve de zorg ook onderwijs, verkeer en vervoer en wat al niet bekostigt. Niemand hier klaagt over stijgende zorgkosten – via het redelijk goedkope basissysteem van contant bijbetalen wordt een drempel gecreëerd voor onredelijk zorggebruik. Rollators zie je hier niet: oudjes lopen hooguit met een stok. Op zichzelf een goed idee, want ouderen blijven zo langer actief; volgens mij groei je trouwens krom met zo’n rollator. Verder ontdekte ik dat kleine kwaaltjes en ongemakken vaak ook vanzelf overgaan – dat scheelt weer een doktersbezoek, hoewel ik de huisarts volledig vertrouw. Hij geeft praktische adviezen en wijst op goedkope huismiddeltjes. De Nederlandse zorgsector zou er een voorbeeld aan kunnen nemen: in geen enkele krant lees je hier klachten over de zorg.

Het op grond van de Nederlandse belastingaanslag aan het Zorginstituut Nederland overgemaakt bedrag dient ongetwijfeld ter verrekening van het Franse deel van de verleende zorg maar informatie daarover krijg ik niet. De Nederlander in het buitenland moet zelf uitvinden hoe alles ter plekke in elkaar zit, zelfs over zoiets belangrijks als de zorg. Zet daar de informatie over stemmen vanuit het buitenland tegenover: wie zich daarvoor meldt, krijgt een pakket met instructies en voorbeelden toegestuurd – ‘dit is niet het stembiljet’ staat er ten overvloede op het voorbeeld. Misschien iets teveel van het goede, maar het kan dus wél, goede informatie. Het Zorginstituut Nederland houdt zich (waarschijnlijk niet voor niets) op de vlakte: het is niet anders dan een ordinaire bron van inkomsten om de gaten in het Nederlandse systeem te dekken. Een systeem dat zo snel mogelijk in een algemeen Europees kader zou moeten worden gevat, maar dat zal ik wel niet meer meemaken.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s